Bloedglucose meter (CGM): Moet ik mijn bloedsuikerspiegel continu meten om af te vallen?

Geschreven door Nathalie Kerkdijk, Content Specialist bij Personal Body Plan.

In het kort

Je bloedsuikerspiegel is de hoeveelheid glucose in je bloed. Glucose is de belangrijkste bron van energie voor je lichaam en kan alleen worden gebruikt als het wordt opgenomen in je cellen. Bij een gezond mens worden je glucosewaarden optimaal gereguleerd om ervoor te zorgen dat je hersenen, organen en spieren voldoende brandstof hebben om te kunnen functioneren. Dit doen de hormonen insuline en glucagon.

Wanneer deze bloedglucosewaarden te hoog of te laag zijn kunnen er gezondheidsproblemen ontstaan. Gedurende de dag daalt en stijgt je bloedglucose na het nuttigen van voedsel. Over het algemeen ligt een normale bloedsuikerspiegel tussen de 4 en 8 mmol / l.  

Wanneer het lichaam niet genoeg of helemaal geen insuline meer aanmaakt, kan glucose niet goed worden opgenomen door de cellen van het lichaam. Glucose blijft dan in je bloed circuleren en zich ophopen, wat resulteert in een stijging van de bloedsuikerspiegel. Een te hoge bloedsuikerspiegel noemen we hyperglycemie en leidt op termijn mogelijk tot schade aan de bloedvaten. Een te lage bloedsuikerspiegel noemen we hypoglycemie of hypo. Dit is vooral een acute situatie wat ertoe kan leiden dat je flauwvalt.  

Een schommelende bloedsuikerspiegel heet een dysglycemie. Wanneer je geen medische aandoening hebt, kan je lichaam goed omgaan met schommelingen in je bloedsuikerspiegel. Beweringen dat veranderingen in je hormoonhuishouding ervoor zorgen dat jij last krijgt van een schommelende bloedsuikerspiegel zijn niet waar. Je menstruatiecyclus heeft hier geen effect op. Ook zorgen deze schommelingen niet voor zogenaamde ‘cravings’.  

Veel mensen beweren dat bloedglucosepieken en -dalen na het eten van een maaltijd voor die zogenaamde after lunch of –dinnerdip zorgt. Dit is echter niet waar. Je bloedsuikerspiegel kan helemaal niet in zo’n korte tijd dalen. De dip ervaar je meestal al binnen enkele minuten nadat je hebt gegeten, terwijl het dalen van je bloedsuikerspiegel er minstens een paar uur over doet. Dit dipje heeft alles te maken met je circadiaans ritme.  

Koolhydraten doen de bloedglucose stijgen omdat koolhydraten worden afgebroken tot glucose. Tegenwoordig wordt er vaak gekeken naar de glycemische index (GI) van voeding, wat iets zegt over de snelheid waarin de koolhydraten van een voedingsmiddel worden afgebroken in de darm en opgenomen in het bloed. Wanneer je je bloedsuikerspiegel stabiel wilt houden, wordt er beweerd dat het belangrijk is dat het voedingsmiddel een lage GI heeft. Wanneer je diabeet bent, in het voorstadium van diabetes zit, of om een andere medische reden je bloedsuikerspiegel in de gaten moet houden, kan de glycemische index (GI) van belang zijn. In elk ander geval is het volstrekt onnodig om je hier druk over te maken. Bovendien heeft het ook beperkingen.

Voor mensen met diabetes is het belangrijk om de glucosewaarden in het bloed dagelijks te meten. Een bekende manier is het prikken van bloed waarbij dit vervolgens op een teststrip in de glucosemeter wordt gestoken en gemeten. Ook kunnen de bloedglucosewaarden worden gemeten door een sensor die glucose in het onderhuids weefselvocht meet. Dit kan gedaan worden via een flash glucosemeter of een continue glucosemeter. Tegenwoordig gebruiken ook veel mensen zonder diabetes dit soort implanteerbare apparatuur.

Het doel van het dragen van een continue glucosemeter is om de glucosespiegels redelijk gelijk te houden. Ook kan het patiënten inzicht geven in bepaalde factoren zoals slaap, dagelijkse activiteiten en fysieke beweging en wat voor effect dit heeft op de bloedsuikerspiegel.

Uit onderzoek blijkt echter dat zo’n continue glucosemeter bij ‘normale’ mensen helemaal geen betrouwbare inzichten geeft. Je kunt dan wel je glucosewaarden na elke maaltijd meten, en er zelfs een gepersonaliseerd voedingsadvies op navolgen, maar wat is het nut van het meten als het niet accuraat is?

Bovendien vonden studies geen beduidend verschil tussen mensen die een gepersonaliseerd voedingsadvies kregen op basis van de glucosewaarden, en mensen die een algemeen voedingsadvies kregen. Belangrijker, en tevens ook veel goedkoper dan het dragen van een dure CGM, is het naleven van algemene aanbevelingen zoals een volwaardig en gevarieerd voedingspatroon, voldoende slaap en lichaamsbeweging. Het feit dat mensen resultaten behalen, heeft hierin niks te maken met het meten van de glucosewaarden, maar alles met het naleven van een gezonde levensstijl.  

Wanneer iemand een gepersonaliseerd voedingsadvies krijgt, bevat dit vaak pure en onbewerkte voeding, wat zorgt voor stabiele bloedsuikers. De persoon denkt dat het gewichtsverlies hierdoor komt, maar vergeet dat bewuster eten en betere keuzes leiden tot een calorietekort, wat uiteindelijk zorgt voor het afvallen.

Het is een volstrekt normale fysiologische reactie dat onze bloedsuikerspiegel fluctueert binnen normale referentiewaarden. Het is voor gezonde mensen dan ook zeker niet nodig om je bloedsuikerspiegel constant te meten. Maak je dus niet druk wanneer je bloedglucose stijgt na het eten van een maaltijd. Het punt is dat het daarna weer omlaaggaat en niet chronisch hoog blijft zoals bij een medische aandoening het geval is.

Het obsessief volgen van je glucosewaarden is niet alleen onnodig, maar kan ook stressvol zijn (wat juist kan leiden tot pieken in je bloedsuikerspiegel). Waardeer de wonderlijke werking van je lichaam en pas op met het micro-managen waardoor je gefixeerd raakt op onnodige dingen zoals een normale fysiologische reactie.

Wanneer jouw glucosewaarden structureel aan de hoge of lage kant zitten, dan is het belangrijk om wat gezonde aanpassingen in je levensstijl te maken. Het lichaam maakt op een gegeven moment minder insuline aan, of wordt minder gevoelig voor insuline als respons op een calorie overschot. Wanneer je een calorietekort creëert en afvalt, dan zal het lichaam weer insulinegevoeliger worden, doordat het lichaam zich ‘ontvet’. Er bestaat sterk bewijs dat zelfs als je je lichaamsvet minimaal terugbrengt met 3 – 5 %, dit je glucosewaarden al verlaagt. Daarnaast kun je werken aan het verbeteren van je slaapritme, voorzichtig zijn met (koolhydraatarme) diëten, het managen van stress, fysieke inspanning, eten volgens het circadiaans ritme en het toevoegen van eiwitten, vetten en vezels aan je voedingspatroon.

Ooit gehoord van continue glucose monitoring (CGM)? Dit is een bio-hacking trend die gezonde mensen, zonder Diabetes Mellitus, doet geloven dat het noodzakelijk is om onze bloedsuikerspiegel de hele dag door bij te houden. Grote influencers zoals Glucose Goddess beweren dat je je hongergevoelens en ‘cravings' kunt onderdrukken door te hoge glucosepieken te vermijden. Dit zou daarna vanzelfsprekend leiden tot gewichtsverlies. Maar klopt dit eigenlijk wel? En is het noodzakelijk en überhaupt verstandig om dit te doen?

Wat is je bloedsuikerspiegel?

Je bloedsuikerspiegel, ook wel bloedglucose genoemd, is de hoeveelheid glucose (suiker) in je bloed op het moment van meting. Dit is afkomstig van voeding en opgeslagen glucose (glycogeen) in je bloed. Glucose is de belangrijkste bron van energie voor je lichaam. Dit kan alleen worden gebruikt als het wordt opgenomen in je cellen. Het niveau van bloedglucose wordt bij een gezond mens optimaal gereguleerd om ervoor te zorgen dat je hersenen, organen en spieren voldoende brandstof hebben om goed te kunnen functioneren. Dit reguleringsproces wordt gedaan door de hormonen insuline en glucagon [1].

Hoe werkt je bloedsuikerspiegel?

In de alvleesklier wordt het hormoon insuline aangemaakt door zogenaamde bètacellen. Deze cellen zitten in de eilandjes van Langerhans, die slechts een klein deel van de alvleesklier vertegenwoordigen. Ons lichaam houdt voortdurend de bloedglucosewaarden in de gaten en is bezig dit te reguleren. Insuline speelt daarin een sleutelrol. Gezondheidsproblemen kunnen namelijk ontstaan wanneer deze bloedglucosewaarden te hoog, maar ook te laag zijn.  

Wanneer we voedsel eten dat koolhydraten bevat, stijgt de bloedglucose omdat koolhydraten worden afgebroken tot glucose. De darmen communiceren met de alvleesklier via hormonen genaamd incretines, waardoor deze weet dat er vraag is naar insuline [7]. Binnen één tot twee minuten na de stijging van je bloedglucose onderneemt insuline actie. In de eerste fase piekt insuline gedurende tien minuten dankzij een voorraadje insuline dat opgeslagen ligt in de alvleesklier.

Afhankelijk van de hoogte van je bloedglucose, start een tweede fase waarbij zowel opgeslagen als nieuw aangemaakte insuline helpt om de hoeveelheid bloedglucose te reguleren. Deze fase bereikt een plateau na ongeveer twee tot drie uur [8]. Wanneer je bloedglucose weer begint te dalen, daalt ook de insuline. Deze cyclus herhaalt zich gedurende de dag wanneer je eet.  

Wat is een normale bloedsuikerspiegel?  

De referentiewaarden van je bloedsuikerspiegel kunnen variëren afhankelijk van verschillende factoren. Dit hangt bijvoorbeeld af van het tijdstip van de dag, of je net wat hebt gegeten of juist nuchter bent, stress ervaart, en van je algemene gezondheidstoestand. Je bloedsuikerspiegel wordt gemeten in millimol per liter (mmol / l).  

Over het algemeen ligt een normale bloedsuikerspiegel tussen de 4 en 8 mmol / l. Ligt je bloedsuikerwaarde iets hoger en zit het ergens tussen de 8 en 11 mmol / l, dan is het verstandig om dit in de gaten te houden. Je lichaam is dan niet helemaal goed bezig met het reguleren van je bloedsuikerwaarde. Maar dit ligt ook echt aan het moment van testen, want na een maaltijd kan dit heel normaal zijn. Wanneer je bloedsuikerwaarde boven de 11 mmol/ l ligt, dan is het te hoog en is het belangrijk om met een huisarts te praten. Ook een te lage bloedsuikerspiegel is mogelijk. Een te lage bloedsuikerspiegel komt voor wanneer je een bloedsuikerwaarde hebt van onder de 4 mmol / l. [13]

Er zit een groot verschil in je bloedsuikerwaarden bij een nuchtere meting en een niet nuchtere meting. Een nuchtere meting wil zeggen dat je minstens acht uur voor de meting niets gedronken en gegeten hebt, met uitzondering van water. Je bloedsuikerspiegel zal namelijk stijgen wanneer je wat hebt gedronken of gegeten. Meestal worden je glucosewaarden gemeten om vast te stellen of je diabetes hebt, of kans hebt om het te krijgen. Over het algemeen worden de volgende referentiewaarden gebruikt om te testen op diabetes:

  • Geen diabetes: onder 6,1 mmol / l;  
  • Voorstadium van diabetes: tussen de 6,1 en 6,9 mmol / l;
  • Diabetes: boven 6,9 mmol / l.

In een niet-nuchtere toestand waarbij de persoon dus wel heeft gegeten en gedronken, liggen de waarden hoger. Zo'n anderhalf tot twee uur na de maaltijd kun je uitgaan van deze referentiewaarden:  

  • Geen diabetes: onder 7,8 mmol / l;
  • Geen oordeel mogelijk: tussen 7,8 en 11 mmol / l;  
  • Diabetes: boven 11 mmol / l [13].


Wat zijn symptomen van een hoge bloedsuikerspiegel?  

Wanneer het lichaam niet genoeg insuline aanmaakt of er zelfs helemaal geen insuline meer wordt aanmaakt, kan glucose niet goed worden opgenomen door de cellen van het lichaam. Hierdoor blijft glucose in je bloed circuleren en zich ophopen, wat resulteert in een stijging van de bloedsuikerspiegel. Een te hoge bloedsuikerspiegel noemen we hyperglycemie en leidt op termijn mogelijk tot schade aan de bloedvaten. Typische symptomen van een hoge bloedsuikerspiegel zijn:  

  • Vermoeid zijn;
  • Continu dorst hebben;
  • Veel moeten plassen;
  • Een acetongeur uit de mond (adem die naar overrijpe appelen ruikt);
  • Maagpijn en misselijk.

Wanneer bovenstaande klachten herkenbaar zijn, is het belangrijk om aan de bel te trekken. Lange tijd rondlopen met diabetes en niet goed behandeld worden, kan gevolgen hebben voor je hart- en vaatstelsels, ogen, nieren, zenuwstelsel en voeten. Dit komt doordat je lichaam onvoldoende insuline aanmaakt of minder gevoelig is voor insuline waardoor de cellen suiker niet meer goed opnemen. Het verhoogde suikergehalte in je bloed kan daardoor alle kleine bloedvaatjes in je lichaam aantasten [2].  

Wat zijn symptomen van een lage bloedsuikerspiegel?  

Wanneer je te weinig eet, of als je lichaam te veel insuline produceert, kan dit leiden tot een daling van je bloedsuikerspiegel. Een te lage bloedsuikerspiegel noemen we hypoglycemie of kortweg hypo. Dit is vooral een acute situatie waarbij een aantal symptomen optreden. Deze symptomen kunnen van persoon tot persoon verschillen. De symptomen kunnen zijn:  

  • Hoofdpijn;
  • Zweten;
  • Beven;
  • Slecht kunnen concentreren;
  • Gapen;
  • Plotseling hevige honger;
  • Hartkloppingen;
  • Troebel zicht;
  • Bleekheid;
  • Humeurig zijn [5].


Een te lage bloedsuikerspiegel kan er uiteindelijk zelfs voor zorgen dat je flauwvalt. Dit noem je een hypoglycemische coma [5]. We spreken van een hypo als je bloedglucosewaarde lager is dan 4 mmol / l, maar deze waarden kunnen per persoon erg verschillen. Zo kan het bijvoorbeeld ook voorkomen bij iemand met glucosewaarden tussen 4,4 mmol / l en 5,6 mmol / l. Dit heet pseudohypoglycemie of een hypogevoel en komt vooral voor bij personen waarvan de bloedglucosewaarden slecht geregeld zijn doordat ze een lange tijd hoge bloedwaarden hebben gehad [18].  

Door de bloedsuikerwaarde te laten stijgen kun je een hypo verhelpen. Een manier om dit te doen is door het drinken van een suikerrijke frisdank of het eten van glucosetabletten. Het bloed neemt deze suikers snel op, wat belangrijk is bij het verhelpen van een hypo.  

Wat zijn symptomen van een schommelende bloedsuikerspiegel?

Naast een lage en een hoge bloedsuikerspiegel, kun je ook last hebben van een schommelende bloedsuikerspiegel. Dit wordt ook wel dysglycemie genoemd en verwijst naar een afwijking in de stabiliteit van je bloedsuikerspiegel. Wanneer je last hebt van een schommelende bloedsuikerspiegel kan je lichaam minder goed gebruik maken van de opgeslagen glucose om je bloedsuikerspiegel te stabiliseren. Dit zorgt voor deze schommelingen in je bloedsuikerspiegel. Symptomen die je kan ervaren bij een schommelende bloedsuikerspiegel komen overeen met die van een hoge- en lage bloedsuikerspiegel.  

Medische oorzaken van dysglycemie

Dysglycemie kan een medische oorzaak hebben. Er zijn een aantal testen om te meten of dit het geval is:  

  • HbA1c test: hierbij meet je je gemiddelde glucosewaarden van de afgelopen twee tot drie maanden. Wanneer dit uitkomt op een resultaat onder de 5,7% dan is er niks aan de hand. Is het hoger? Dan kan dit wijzen op pre-diabetes of diabetes;
  • Orale Glucose Tolerantie Test (OGTT): voor deze test moet je een bepaald suikerrijk drankje drinken waarbij ervoor en erna je glucose wordt gemeten. Wanneer je na twee uur op 7,8 mmol / l of minder zit, is er niks aan de hand. Komt je glucosewaarde uit op 11,1 mmol / l of hoger, dan kan dit wijzen op pre-diabetes of diabetes;  
  • Nuchtere glucosetest: om deze test te kunnen doen moet je eerst minstens acht uur vasten waarbij je alleen water mag drinken. Er is niks aan de hand wanneer je waarden op 5,5 mmol / l uitkomen. Alles boven de 5,6 mmol / l kan wijzen op pre-diabetes of diabetes;
  • Urinetest: het kan ook voorkomen dat je arts je vraagt om een urinetest te doen. Hierbij wordt je urine getest op suiker en andere substanties zoals ketonen. [19]

Misvattingen schommelende bloedsuikerspiegel

Op het internet doen veel misvattingen de ronde over mogelijke oorzaken van het hebben van een schommelende bloedsuikerspiegel. Zo zouden veranderingen in je hormoonhuishouding ervoor kunnen zorgen dat jij last krijgt van een schommelende bloedsuikerspiegel. Dit zou dus bijvoorbeeld het geval zijn tijdens de menstruatiecyclus. Uit onderzoek blijkt echter dat dit niet het geval is en dat je menstruatiecyclus hier geen effect op heeft. Wanneer je geen medische aandoening hebt, kan je lichaam goed omgaan met deze schommelingen in je bloedsuikerspiegel [22].

Ook beweren veel grote influencers dat je een glucosepiek moet voorkomen omdat je hierdoor juist meer honger zou krijgen na een maaltijd en dat je hier moe van wordt. Gelukkig kunnen we dit voor je ontkrachten. Uit onderzoek blijkt helemaal geen verband te bestaan tussen deze schommelingen in je bloedsuikerspiegel en de zogenoemde 'cravings’ wat zou moeten ontstaan als gevolg op de tijdelijke daling in je bloedsuikerspiegel [20] [21].  

Hoe zit het dan met die after lunch of -dinnerdip?  

Je kent het vast wel. Je hebt net je lunch of avondeten op en plotseling voel je weer die bekende vermoeidheid of slaperigheid opkomen. Deze dip wordt ook wel de after lunch of –dinnerdip genoemd. Veel mensen beweren dat de pieken en vervolgens weer het dalen in je bloedsuikerspiegel na deze maaltijd dit veroorzaken. Dit is echter niet waar. Je bloedsuikerspiegel kan namelijk helemaal niet in zo'n korte tijd dalen. De dip ervaar je meestal al binnen enkele minuten nadat je hebt gegeten, terwijl het dalen van je bloedsuikerspiegel er minstens een paar uur over doet. [3] [4]

Dit dipje heeft alles te maken met je circadiaans ritme. Je lichaam wordt automatisch rond deze tijd moe doordat je lichaam switcht van zenuwstand. Dit betekent dat zelfs iemand die geen lunch heeft gehad, zich rond dit tijdstip moe kan voelen. Je lichaam heeft namelijk twee zenuwstanden waarbij de ene ervoor zorgt dat je actief bent, en de andere er juist voor zorgt dat je weer wat meer ontspant en uiteindelijk slaperig wordt. [3] [4]

Wel kan deze dip na het eten van een stevige maaltijd versterkt worden door de samenstelling van je maaltijd. Wanneer je een grote maaltijd met veel koolhydraten eet, zal dit je parasympatisch zenuwstelsel activeren, wat je lichaam tot rust brengt. [3] [4] Daarnaast heeft dit te maken met je slaapritme. Na een verstoorde nacht waarin je slecht slaapt, is de kans op een energiedipje tussen de middag veel groter [3].  

Voeding en je bloedsuikerspiegel

Bij het eten van koolhydraten, stijgt je bloedsuikerspiegel. Deze toename kan echter variëren in snelheid en intensiteit. Dit is afhankelijk van factoren zoals het type en de hoeveelheid voedsel dat je eet. De duur van deze verhoogde stijging en hoe snel deze weer daalt kan ook verschillen. Dit is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de voeding die je eet.  

Wat is de glycemische index?

Tegenwoordig wordt er vaker gekeken naar de glycemische index van voeding, ook wel GI genoemd. De GI zegt iets over de snelheid waarin de koolhydraten van een voedingsmiddel worden afgebroken in de darm en opgenomen in het bloed. Een hoge GI staat voor een snelle stijging van je bloedsuikerspiegel en een lage GI zegt iets over een tragere stijging van je bloedsuikerspiegel. [9] [10] [11] [12]

Wanneer je je bloedsuikerspiegel stabiel wilt houden, wordt er beweerd dat het belangrijk is dat het voedingsmiddel een lage GI heeft. Wanneer dit het geval is, worden de suikers en koolhydraten namelijk geleidelijk aan opgenomen in het bloed. Glucose heeft de hoogste glycemische index (GI). Dit zou dus heel snel worden opgenomen in het bloed wanneer je dit puur zou gebruiken en zorgt dus voor een snelle stijging van je bloedsuikerspiegel.  

Toch is de GI van een voedingsmiddel lastig te meten, aangezien dit afhankelijk is van meer factoren dan het voedingsmiddel alleen. Zo is het afhankelijk van de bereiding en temperatuur van een product, maar ook de rijping van fruit. Denk bijvoorbeeld aan een rijpe geel/bruine banaan. Deze bevat een stuk hogere GI dan een nog redelijk groene banaan. Rijpere bananen bevatten namelijk meer 'snelle suikers' of dus eigenlijk 'snelle koolhydraten’.  

Ook de combinatie waarin een voedingsmiddel in een bepaald gerecht is verwerkt, kan invloed hebben op de meting van de glycemische index (GI). De GI van een gerecht kan namelijk anders zijn dan het voedingsmiddel wat erin verwerkt wordt. Ga maar eens na: in een maaltijd worden bijna nooit alleen maar koolhydraten verwerkt, maar ook vetten en eiwitten wat de stijging in de bloedsuikerspiegel verlaagt.

Glycemische lading

De glycemische lading kan de glycemische index van voeding ook veranderen. Met glycemische lading (GL) wordt de portiegrootte gedefinieerd als de hoeveelheid verteerbare koolhydraten die je consumeert. Dus wanneer jij vijf koekjes opeet, zal deze hoeveelheid vijf keer groter zijn dan wanneer je maar één koekje eet. Dit zie je ook goed terug in onderstaand figuur 1. Het illustreert dat hoewel de glycemische index (GI) van een appel hoger kan zijn dan die van een pizza, de totale hoeveelheid koolhydraten in een pizza veel hoger is. Hierdoor zal de glycemische lading bijna zes keer hoger zijn voor een pizza dan voor een appel. Dit resulteert in een grotere impact op de bloedsuikerspiegel aangezien dit effect dus wel zes keer zo groot zal zijn. [10] [11] [14 [15]

Figuur 1: Het effect van de glycemische lading op de GI van een appel en een pizza


Een glycemische lading (GL) lager dan 10 wordt als 'laag’ beschouwd en een GL hoger dan 20 wordt als 'hoog’ beschouwd. In bovenstaand figuur zie je dus dat de appel met een GL van 5 een lage glycemische lading heeft, terwijl de pizza met een GL van 28,5 een hoge glycemische lading heeft.

Is het nodig om op de GI van voedingsmiddelen te letten?


Wanneer je diabeet bent, in het voorstadium van diabetes zit, of om een andere medische reden je bloedsuikerspiegel in de gaten moet houden, kan de glycemische index (GI) van belang zijn [11]. Door op die manier naar voeding te kijken, kun je meten hoe snel je bloedsuikerspiegel stijgt na het consumeren van koolhydraten. Toch heeft het ook beperkingen.  

Zoals beschreven, meet de GI namelijk de glycemische index (GI) van een enkel product, terwijl voedingsmiddelen meestal in combinaties worden geconsumeerd. De combinatie van de maaltijd waarin jij je voedingsmiddelen eet, bepaalt daarom vooral hoe snel je bloedsuikerspiegel zal stijgen. Vetten, eiwitten en vezels in voedsel kunnen de snelheid waarmee koolhydraten worden opgenomen vertragen, waardoor de GI van de maaltijd dus kan variëren.  

Ook houdt de glycemische index (GI) geen rekening met de portiegrootte. Sommige voedingsmiddelen met een hoge GI kunnen in kleine porties worden gegeten. Hierdoor is het effect op de bloedsuikerspiegel minder significant. Daarnaast zijn de waarden van de GI gebaseerd op onderzoek dat niet altijd consistent is. Dit kan variëren van factoren zoals de rijpheid van voedsel, kookmethoden en andere omgevingsfactoren [12] [16] [17].

Je bloedsuikerspiegel meten met een bloedglucose meter (CGM)

Voor mensen met diabetes is het belangrijk om de glucosewaarden in het bloed dagelijks te meten. Dit kan gedaan worden op verschillende manieren. Een bekende manier is het prikken van bloed waarbij dit vervolgens op een teststrip in de glucosemeter wordt gestoken en gemeten. Ook kunnen de bloedglucosewaarden worden gemeten door een sensor die glucose in het onderhuids weefselvocht meet. Dit kan gedaan worden via een flash glucosemeter of een continue glucosemeter [23].  

Tegenwoordig wordt er door bedrijven en influencers hard geschreeuwd dat het ook voor mensen zonder diabetes belangrijk is om deze implanteerbare apparatuur aan te schaffen. De continue glucosemeter wordt daardoor dus ineens niet meer alleen door diabetespatiënten gebruikt, maar ook door gezonde mensen zonder medische aandoening. Want (zo wordt gedacht) als we onze stappen, hartslag en slaap meten, waarom zouden we onze glucosewaarden dan niet meten?  

Wat is een continue glucosemeter (CGM)?

De continue glucosemeter (CGM) kan in tegenstelling tot de flash glucosemeter, op elk moment van de dag de waarden aflezen [23]. De monitor bestaat uit een sensor die op het lichaam wordt gedragen en daardoor continue resultaten binnenkrijgt van de glucosewaarden. Deze meter wordt meestal op de bovenarm of buik geplaatst en beschermd door een zelfklevende pleister. De glucosewaarden worden draadloos verzonden naar een ontvanger in de buurt of naar de telefoon van de gebruiker. Op die manier kan de patiënt en de arts glucoseschommelingen in de gaten houden en beoordelen of er iets aangepast moet worden in voeding, lichaamsbeweging en medicatie. Ook kunnen er zo waarschuwingen worden verzonden wanneer de bloedsuikerspiegel stijgt of juist daalt [24].  

Het doel van het dragen van een continue glucosemeter is om de glucosespiegels redelijk gelijk te houden. Ook kan het patiënten inzicht geven in bepaalde factoren zoals slaap, dagelijkse activiteiten en fysieke beweging en wat voor effect dit heeft op de bloedsuikerspiegel. De bloedglucose kan door dit apparaatje wel 288 keer per dag gemeten worden en daarnaast bestaan er zelfs continue glucosemeters die worden geïntegreerd met een insulinepomp. Op die manier heeft de patiënt er eigenlijk geen omkijken meer naar en wordt er automatisch insuline toegebracht of gepauzeerd als reactie op de veranderingen in bloedsuiker [24].

Hoe betrouwbaar zijn glucosemeters voor het meten van je bloedsuikerspiegel?

Continue glucosemeters zijn dus handige apparaatjes voor diabetespatiënten om hun glucosewaarden gedurende de dag stabiel te houden. Grote bedrijven zoals Zoe en Nutrisense spelen daar slim op in door te adverteren dat het niet alleen voor diabetespatiënten goed is om de bloedsuikerwaarden bij te houden, maar dat dit voor iedereen noodzakelijk is. Dit leidt ertoe dat steeds meer gezonde mensen tegenwoordig ook hun bloedsuikerspiegel meten met een continue glucosemeter. Maar hoe betrouwbaar is zo'n continue glucosemeter wanneer dit gebruikt wordt op een niet-diabetespatiënt?  

Het merendeel van de onderzoeken naar continue glucosemeters is tot nu toe uitgevoerd op mensen met diabetes type 1. De resultaten hiervan zijn positief en daaruit zou je kunnen opmaken dat het dragen van continue glucosemeters nuttig kan zijn. Een onderzoek in 2022 testte echter de glucosewaarden van gezonde mensen bij het gebruik van een continue glucosemeters en via traditionele bloedtesten. Wat bleek? De continue glucosemeters onderschatten de toename van glucose gedurende de eerste twee uur na de maaltijd met 9,2 mg/dl, en met 12,8 mg/dl gedurende 8 uur na de maaltijd. De verkeerde schatting van de continue glucosemeters (CGM) nam dus alleen maar toe, naarmate de tijd verstreek [25].  

Het is daarom belangrijk om te beseffen dat continue glucosemeters (CGM) voor gezonde mensen niet altijd betrouwbare inzichten geven. Je kunt dan wel je glucosewaarden na elke maaltijd meten, en er zelfs een gepersonaliseerd voedingsadvies op navolgen, maar wat is het nut van het meten als het niet accuraat is? Het obsessief bijhouden van de glucosewaarden kan daardoor alleen maar negatieve gevolgen op je gezondheid hebben. Wanneer mensen op basis van deze glucosewaarden slechte voedingskeuzes maken in de hoop op een zo stabiel mogelijke bloedsuikerspiegel, dan streef je die zogenaamde voordelen allang niet meer na.

Personalized nutrition en de bloedsuikerspiegel  

Grote bedrijven adverteren flink om de continue glucosemeters op de markt te brengen voor niet-diabetespatiënten. Ze zeggen dat ze mensen zo een gepersonaliseerd voedingsadvies kunnen bieden op basis van de gegevens van deze glucosemeters. Zo zouden ze kijken naar de voeding die pieken veroorzaakt in de bloedsuikerspiegel en naar de voeding die de bloedsuikerspiegel stabiel houdt. Dit idee is gebaseerd op de gedachte dat iedereen anders reageert op voeding, en dat wat voor de ene persoon werkt, voor de ander juist niet kan werken. Mensen krijgen dan een persoonlijk advies met voedingsmiddelen die ze beter kunnen vermijden en die ze wel mogen eten [26] [27].

Deze voedingsadviezen zouden effectiever zijn dan de algemene voedingsrichtlijnen die er al gelden. Dit zou mensen kunnen helpen hun bloedsuikerspiegel stabiel te houden en op die manier gewicht te verliezen [28]. Handig wanneer je vet wilt verbranden, zou je denken. Maar klopt dit wel? Verschillende studies hebben onderzoek gedaan naar deze gepersonaliseerde voedingsadviezen en vonden geen beduidend verschil tussen de groep die een gepersonaliseerd voedingsadvies kreeg op basis van de glucosewaarden, en de groep die een algemeen voedingsadvies kreeg [26] [29] [30].  

Het belang van het meten van de glucosewaarden en het volgen van een gepersonaliseerd voedingsadvies, wordt dus sterk overdreven. Belangrijker, en tevens ook veel goedkoper dan het dragen van een dure CGM, is het naleven van algemene aanbevelingen zoals een volwaardig en gevarieerd voedingspatroon, voldoende slaap en lichaamsbeweging. Het feit dat mensen resultaten behalen, heeft hierin niks te maken met het meten van de glucosewaarden, maar alles met het naleven van een gezonde levensstijl.  

Wanneer iemand een gepersonaliseerd voedingsadvies ontvangt zal diegene logischerwijs een voedingsadvies krijgen met zo veel mogelijk pure en onbewerkte voeding. Dit veroorzaakt veelal de laagste piek in de bloedsuikerspiegel. De persoon volgt dit voedingsadvies op en denkt het gewichtsverlies wat optreedt, te danken te hebben aan het stabiel houden van de bloedsuikerspiegel. Wat hierin vergeten wordt, is dat diegene bewuster is gaan worden van de voeding die ze in hun lichaam stoppen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de persoon betere keuzes is gaan maken op het gebied van voeding en vervolgens ontstaat er een calorietekort waardoor diegene afvalt.  

Moet ik mijn bloedsuikerspiegel constant meten?

Het is een volstrekt normale fysiologische reactie dat onze bloedsuikerspiegel fluctueert binnen normale referentiewaarden. Tegenwoordig wordt er zo veel desinformatie verspreidt op het gebied van gezondheid dat men wordt wijsgemaakt dat ze hun bloedsuikerspiegel stabiel moeten houden omdat ze anders niet afvallen. Ze doen er alles aan om hun bloedsuikerspiegel zo laag mogelijk te houden en een piek te voorkomen. Van het drinken van azijn voor de maaltijd, tot het toevoegen van kokosolie om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden.  

De stijging van je bloedsuikerspiegel, na het eten van voedsel dat koolhydraten bevat, is echter een normale reactie die je niet wilt tegenhouden. Als je een appel in olie zou bakken zou dat de glucosepiek van de appel verminderen. Maar maakt dat de appel gezonder? Trek daaruit zelf je conclusie maar.

Het punt is, dat het toevoegen van meer vet aan je maaltijden, in een poging om de bloedsuikerspiegel niet te laten stijgen, kan leiden tot een verhoogde concentratie van vrije vetzuren in je bloed [32]. Dus wanneer jij denkt gezond bezig te zijn, door je bloedglucose zo laag mogelijk te houden, zadel je je lichaam in werkelijkheid juist alleen maar op met onnodige problemen. Honger en verzadiging zijn zeer complexe processen. Ze zijn super persoonlijk en worden door veel verschillende factoren beïnvloed. Een glucosemeter kan deze complexiteit niet vangen. Je lichaam is een ongelooflijk complex systeem dat constant nieuwe cellen aanmaakt.  

Wel kan het schadelijk zijn wanneer je chronisch verhoogde bloedsuikerniveaus hebt. Dit is heel iets anders dan een kortstondige stijging na het eten van een maaltijd. Maak je dus niet druk wanneer je bloedglucose stijgt na het eten van een maaltijd. Het punt is dat het daarna weer omlaaggaat en niet chronisch hoog blijft zoals bij een medische aandoening het geval is. Dit wordt ook duidelijk weergegeven in het onderstaande figuur 2. Pre-diabetes kan worden vastgelegd door iemand een suikerhoudend drankje te geven met 75 g glucose erin en de bloedsuikerspiegel na twee uur te meten. Wanneer de bloedsuikerspiegel na twee uur op 7,8 mmol / l of meer zit, dan kan dit wijzen op pre-diabetes. Dit betekent niet dat als de bloedsuikerspiegel op enig moment 7,8 mmol / l bereikt dat er sprake is van een verminderde glucosetolerantie. Meerdere onderzoeken tonen zelfs aan dat het volkomen normaal is wanneer de bloedglucose na een maaltijd tussen de 9 en 11 mmol / l is. Een piek in de bloedglucose is dus volkomen normaal, als je maar geen chronisch verhoogde bloedsuikerwaarden hebt [31].  

Figuur 2: Glucosepieken bij een gezond persoon vs. chronisch hoge glucosepieken

Het obsessief volgen van je glucosewaarden is niet alleen onnodig, maar kan ook stressvol zijn (wat juist kan leiden tot pieken in je bloedsuikerspiegel). Waardeer de wonderlijke werking van je lichaam en pas op met het micro-managen waardoor je gefixeerd raakt op onnodige dingen zoals een normale fysiologische reactie.

Wat zorgt voor een chronisch hoge bloedsuikerspiegel?


Er zijn veel factoren die kunnen zorgen voor een chronisch hoge bloedsuikerspiegel. Wanneer iemand gedurende een langere periode een calorie overschot binnenkrijgt door middel van eten en drinken, maakt je lichaam op den duur minder insuline aan of wordt het minder gevoelig voor insuline [2]. Ook hormonen kunnen de bloedsuikerspiegel beïnvloeden. Denk aan glucagon, cortisol, groeihormoon en adrenaline. Wanneer een persoon voor een langdurige periode veel stress ervaart, wat vrijkomt door het hormoon cortisol, kan de bloedsuikerspiegel verhogen.  

Ook kan een hoge bloedsuikerspiegel te maken hebben met een medische oorzaak zoals diabetes type 1 of diabetes type 2. Bij diabetes type 1 maakt de alvleesklier geen insuline meer aan waardoor de bloedsuikerspiegel niet goed wordt gereguleerd. Bij diabetes type 2 wordt er nog wel insuline aangemaakt, maar reageren de cellen hier niet meer goed op. Dit kan leiden tot een ophoping van glucose in het bloed. Deze insuline moeten diabetespatiënten daarom zelf handmatig toedienen. Op die manier houden ze de bloedsuikerspiegel onder controle.  

Hoe zorg je voor een stabiele bloedsuikerspiegel?


Een gezond lichaam kan dus prima omgaan met schommelingen in je bloedsuikerspiegel. Wanneer jouw glucosewaarden structureel aan de hoge of lage kant zitten, dan is het belangrijk om wat gezonde aanpassingen in je levensstijl te maken. Een aantal dingen die je kan doen om te zorgen voor een stabiele bloedsuikerspiegel zijn:

  • Het ontvetten van je lichaam

Het lichaam maakt op een gegeven moment minder insuline aan, of wordt minder gevoelig voor insuline als respons op een calorie overschot. Wanneer je een calorietekort creëert en afvalt, dan zal het lichaam weer insulinegevoeliger worden, doordat het lichaam zich ‘ontvet’. Er bestaat sterk bewijs dat zelfs als je je lichaamsvet minimaal terugbrengt met 3 – 5 %, dit je glucosewaarden al verlaagt [31].

  • Je slaapritme verbeteren

Slaap heeft veel invloed op onze hormoonhuishouding. Een slechte nachtrust schopt dit namelijk in de war en kan je bloedsuikerspiegel gedurende de dag verhogen. Kijk daarom goed naar je slaapritme en of je hierin iets kan verbeteren. Een goede nachtrust kan het verschil uitmaken tussen een goede gezondheid en gezondheidsklachten.  

  • Voorzichtig zijn met (koolhydraatarme) diëten

Ook moet je voorzichtig zijn met diëten. Pas vooral op met bijvoorbeeld crash diëten waarbij je lichaam nog maar weinig belangrijke voedingsstoffen binnenkrijgt en steeds meer moeite krijgt om goed te functioneren. Ook koolhydraatarme diëten kunnen zorgen voor extreme reacties in je bloedsuikerspiegel wanneer je vervolgens weer koolhydraten consumeert [31]. Dit kan ertoe leiden dat je jezelf dieetbeperkingen oplegt en helemaal geen koolhydraten meer durft te consumeren uit angst voor een piek. Laat dit soort diëten dus weg uit je voedingspatroon en hou in plaats daarvan je calorie inname redelijk constant.  

  • Het managen van stress

Wanneer jij veel stress ervaart in je leven, zal je lichaam meer cortisol afgeven waardoor de glucosewaarden in je bloed veranderen [31]. Af en toe een beetje stress kan heus geen kwaad, maar wanneer je chronisch last hebt van veel stress is het belangrijk om hier iets aan te doen. Ga na welke factoren jou stress bezorgen en leer dit te managen.  

  • Fysieke inspanning

De timing en intensiteit van een fysieke activiteit kan voordelen met zich meebrengen voor de bloedsuikerspiegel. Dit kan de glucosewaarden en insulinegevoeligheid op de lange termijn juist moduleren doordat fysieke inspanning voorkomt dat glucose opstapelt. Dit maakt de cellen gevoeliger voor insuline waardoor insuline beter zijn werk kan doen. Wanneer je regelmatig beweegt, zal je glucoserespons op voeding dus vrij laag blijven [31].  

  • Voeg meer eiwitten, vetten en vezels aan je voedingspatroon toe

Maak betere voedingskeuzes door meer eiwitten, vetten en vezels aan je maaltijden toe te voegen. Dit laat je bloedsuikerspiegel minder snel stijgen en dit zorgt er ook nog eens voor dat het langer duurt voordat deze weer daalt.  

  • Eet volgens het circadiaans ritme

Eet op regelmatige tijdstippen en hou je aan een vast maaltijdenpatroon. Zoals eerder al uitgelegd, werken je hormonen volgens het circadiaans ritme. Als jij vervolgens op andere momenten eten binnenkrijgt, dan heeft dit invloed op je bloedsuikerspiegel doordat er meer of minder insuline wordt aangemaakt.  

Conclusie: Het meten van je bloedsuikerspiegel is voor mensen zonder medische aandoening volstrekt onnodig

Bij een gezond persoon zal het glucosegehalte in het bloed stabiel blijven binnen normale referentiewaarden. Met andere woorden: het glucoseniveau schommelt binnen een gezonde bandbreedte. Het obsessief streven van gezonde mensen naar het constant laag willen houden van de bloedsuikerspiegel met zogenaamde glucosemonitoring tools en bijvoorbeeld het toevoegen van extra vetten aan de maaltijd kan juist averechts werken.


Proberen elk detail te micro-managen is niet alleen onnodig, maar kan ook stressvol zijn en bijdragen aan angstgevoelens over je gezondheid, met alle mogelijke gevolgen van dien. Focus in plaats daarvan op het volgen van een gezond voedingspatroon aangevuld met een actieve levensstijl en je zult vanzelf merken hoe goed je je voelt.  

Voortdurend te veel eten kan ervoor zorgen dat onze vetcellen overbelast raken en beginnen te disfunctioneren. Dit resulteert in een chronische hoge bloedsuikerspiegel doordat het lichaam minder gevoelig wordt voor insuline of zelfs helemaal geen insuline meer aanmaakt. Dit is een respons van het lichaam op overmatige voeding en de opslag van overtollige energie. Overconsumptie in voeding komt nu eenmaal meer voor bij de snelle koolhydraten en suikers wat in ultra bewerkte voeding verwerkt is.  

Gebruik daarom je gezond verstand en eet gevarieerd waarbij je voldoende gezonde voedingsstoffen binnenkrijgt. Pas op met vloeibare calorieën zoals frisdranken en suikerhoudende dranken en voeg eiwitten toe aan je maaltijden. Je kan heus nog wel koolhydraten en suikers eten maar wees bewust van wat je eet.  Wanneer je volwaardig en gevarieerd eet, kan je lichaam prima omgaan met schommelingen in je bloedsuikerspiegel. Het punt is dat je bloedglucose weer omlaaggaat, en niet chronisch hoog blijft zoals bij diabetes het geval is. Heb je hulp nodig bij het volgen van een gezond en gevarieerd voedingspatroon? Onze experts helpen je graag op weg om een persoonlijk en passend voedingsschema voor jou te creëren.  

Verbeter verder je slaapkwaliteit aangezien een slechte nachtrust kan zorgen voor een hoge bloedsuikerspiegel gedurende de dag. Ook is het belangrijk om regelmatig te bewegen doordat dit voorkomt dat je glucose opstapelt en insuline zo beter zijn werk kan doen. Door middel van het naleven van een gezonde leefstijl zul je niet alleen een strakker en gevormder lichaam ontwikkelen, maar je lichaam zal ook nog eens beter reageren op (ongezonde) voeding. [6] Laat dit een extra stimulans zijn om lekker te trainen en gooi die ongegronde adviezen de deur uit!  

Bronnen

  1. Wat is glucagon? (n.d.). diabetes.nl. https://www.diabetes.nl/wat-is-diabetes/bloedglucosewaarden-bij-diabetes/wat-is-glucagon
  1. Gezondheid en wetenschap. (n.d.). Diabetes: te veel suiker in het bloed (hyperglycemie) · Gezondheid en wetenschap. gezondheidenwetenschap.be. https://www.gezondheidenwetenschap.be/richtlijnen/te-hoge-bloedsuikerspiegel-hyperglycemie
  1. Romdhani, M., Hammouda, O., Chaiabouni, Y., Mahdouani, K., Driss, T., Chamari, K., & Souissi, N. (2019). Sleep deprivation affects post-lunch dip performances, biomarkers of muscle damage and antioxidant status. Biology of sport, 36(1), 55.
  1. Monk, T. H. (2005). The post-lunch dip in performance. Clinics in sports medicine, 24(2), e15-e23.
  1. . (n.d.). Te Lage Bloedsuikerspiegel | UZ Leuzen. https://www.uzleuven.be/nl/diabetes-mellitus/complicaties-bij-diabetes/hypoglycemie
  1. Ingelepeld: waarom maar weinig (niet?) klopt van wat ons over voeding is verteld (Mythe 1). (2023, April 25). Coenfirmationbias. https://www.coenfirmationbias.nl/post/ingelepeld-waarom-maar-weinig-niet-klopt-van-wat-ons-over-voeding-is-verteld-mythe-1
  1. 1.  Gropper SAS, Smith JL, Carr TP. Advanced nutrition and human metabolism. Seventh edition. Boston, MA: Cengage Learning; 2018. 583 p. 
  1. Gerich JE. Is Reduced First-Phase Insulin Release the Earliest Detectable Abnormality in Individuals Destined to Develop Type 2 Diabetes? Diabetes [Internet]. 2002 Feb 1 [cited 2021 Nov 8];51(suppl 1):S117–21. Available from: https://diabetes.diabetesjournals.org/content/51/suppl_1/S117 
  1. University of Sydney GI Group. About Glycemic Index. 2019.
  1. Niewold T. Nutrition and Metabolism. 2018.
  1. Van Bockstaele F, Hellemans T. NADER BEKEKEN DE GLYCEMISCHE INDEX VAN BROOD EEN COMPLEX GEGEVEN. Nader Bekeken (Nutrinews). 2016;(4):6–13.
  1. Article S. International table of glycemic index and glycemic load. 2002;(2):5–56.
  1. Het Diabetes Fonds. (n.d.). Wat zijn normale bloedsuikerwaarden? https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/heb-ik-diabetes/wat-zijn-normale-bloedsuikerwaarden
  1. Glycemic Index Foundation. What about glycemic load? [Internet]. 2017 [cited 2019 Dec 26]. Available from: https://www.gisymbol.com/what-about-glycemic-load/
  1. P T, Ea. Glycemic index of commonly consumed carbohydrate foods in the Philippines. J Funct Foods. 2010;2(4).
  1. International Tables of Glycemic Index and Glycemic Load Values : 2008. 2008;31(12):18–20.
  1. Brouns F, Bjorck I, Frayn KN, Gibbs AL, Lang V, Slama G, et al. Glycaemic index methodology. 2019;(2005):145–71.
  1. Bloedglucosewaarden bij hyper en hypo. (n.d.). Diabetes Desk. https://www.diabetesdesk.nl/informatie/bloedglucosewaarden
  1. Santos-Longhurst, A. (2018, March 9). What does it mean to have dysglycemia and how’s it treated? Healthline. https://www.healthline.com/health/dysglycemia#diagnosis
  1. Simpson, E., Holdsworth, M., & Macdonald, I. A. (2008). Interstitial glucose profile associated with symptoms attributed to hypoglycemia by otherwise healthy women. the American Journal of Clinical Nutrition, 87(2), 354–361. https://doi.org/10.1093/ajcn/87.2.354
  1. Schultes, B., Panknin, A., Hallschmid, M., Jauch‐Chara, K., Wilms, B., De Courbière, F., Lehnert, H., & Schmid, S. (2016). Glycemic increase induced by intravenous glucose infusion fails to affect hunger, appetite, or satiety following breakfast in healthy men. Appetite, 105, 562–566. https://doi.org/10.1016/j.appet.2016.06.032
  1. Bonora, E., Zavaroni, I., Alpi, O., Pezzarossa, A., Dall’Aglio, E., Coscelli, C., & Butturini, U. (1987). Influence of the menstrual cycle on glucose tolerance and insulin secretion. American Journal of Obstetrics and Gynecology (Print), 157(1), 140–141. https://doi.org/10.1016/s0002-9378(87)80365-4
  1. Accu-Chek. (2022, May 7). De bloedglucosemeter: wat is het en hoe gebruik je het. Accu-Chek®. https://www.accu-chek.be/nl/diabetesbeheer/de-bloedglucosemeter-wat-het-en-hoe-gebruik-je-het
  1. Continuous Glucose Monitoring: A review of available systems. (2019, September). National Library of Medicine. Retrieved April 15, 2024, from https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6705487/
  1. Barua S, A Wierzchowska-McNew R, Deutz NE, Sabharwal A. Discordance between postprandial plasma glucose measurement and continuous glucose monitoring. Am J Clin Nutr. 2022 Oct;116(4):1059–69.  
  1. Zeevi D, Korem T, Zmora N, Israeli D, Rothschild D, Weinberger A, et al. Personalized Nutrition by Prediction of Glycemic Responses. Cell. 2015 Nov;163(5):1079–94.  
  1. 4. Berry SE, Valdes AM, Drew DA, Asnicar F, Mazidi M, Wolf J, et al. Human postprandial responses to food and potential for precision nutrition. Nat Med. 2020 Jun 1;26(6):964–73.
  1. de Roos, B. Personalised nutrition: ready for practice? Proc Nutr Soc. 2013;72(1):48–52.
  1. Popp, C. J., Hu, L., Kharmats, A. Y., Curran… Sevick, M. A. Effect of a Personalized Diet to Reduce Postprandial Glycemic Response vs a Low-fat Diet on Weight Loss in Adults With Abnormal Glucose Metabolism and Obesity. JAMA Network Open, 2022;5(9):e2233760.  
  1. Willet, W. C. Nutritional epidemiology. 2013 (3rd ed.). Oxford University Press.
  1. Guess, N. (2024, April 4). Essential tips for using Continuous Glucose Monitoring (CGM). askerjeukendrup. https://www.mysportscience.com/post/essential-tips-for-using-continuous-glucose-monitoring-cgm
  1. Amba, N. F., & Mercado-Asis, L. B. (2019). Postprandial lipemia as cardiovascular disease risk factor. In IntechOpen eBooks. https://doi.org/10.5772/intechopen.89933

Misschien vind je dit ook interessant

Personal Body Plan

Je personal trainer, coach en voedingsdeskundige in één.
Hoe werkt het?
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.
We change lives. Not just bodies.